liederen en steeds op prijs gestelde prediking en ook de geneeskunst uitoefenende. Denijs van der Scheure hield op hem eene Lijck-Predicatie over Gen. 25, v. 7-10. (Amst. 1683). Michiel Mierevelt heeft zijn portret geschilderd in 1619. Daarnaar bestaan gravures met Vondels lofdicht o.a. door W. Delff. Het is onzeker of het geschrift van d.R. Over de menschwording des waaren Emanuels, Jesus Christus, opgesteld ten verzoeke der hoogduitsche doopsgezinden tot bevordering hunner vereeniging met de waterlandsche, is gedrukt. De Nootwendige verantwoordinge der verdructer waarheyt, nu ao. 1591, door Pieter Cornelisz. bestreden over het ambt der wereltlicker Macht en Overheydt, door d.R. en Jacob Jansen verscheen alleen met den naam van den laatste (zie kol. 335). Het in 1581 door de Ries geschreven Tractaet By maniere van een Vaderlijcke onderwijsinge, verdeelt in 4. Capittelen. 1. Van het rechte gebruyck der Tongen. 2. Van de Gierigheyt. 3. Van getrouwe en onghetrouwe vrienden. 4. Van de Lijdtsaemheydt, is gedrukt achter het Kort- Verhael van de R.'s leven (de Rijp 1644). In 1581 of 82 verscheen zonder, een vierde druk reeds in 1603 met zijn naam: Zendbrief waarin begrepen is een korte bekentenisse, bevestigd met de Heilige Schrift van eenige stukken, betreffende de menschheid van Christus en het voorkomen derzelve; Item bewijs uit de Heilige Schrift, dat Maria is uit den zaade of geslachts Davids. Het Liedtboeck, inhoudende schriftuerlycke vermaen- Liederen-dewelke gheoeffent ende ghesongen worden onder die vereenighde Lidtmaten der gemeenten
Christi (Rott. 1582, herdrukt Alkm. 1604, Amst. 1625, in de Rijp 1648, 1658 en 1681), dan eens met, dan eens zonder toevoeging der Psalmen, of van de Corte Belijdenisse des gheloofs. van d.R. en Lubbert Gerrits, voor de eerste maal in 1610 gedrukt en ook voorkomende in het Lied of Gezangboek (Alkm. 1604) met elkander 1618 te Hoorn uitgegeven als Het boek der Gesangen, inhoudende alle de Psalmen, Lofsanghen ende geestelijcke Lieden, mitsgaders de belijdenisse des christelijcken gheloofs. De Corte Belijdenisse zag weêr het licht te Amst. 1624 en opnieuw aldaar 1741, de laatste met eene voorrede van dr. J.C. Schmellentin, van wien daar in hetzelfde jaar eene vertaling in het duitsch verscheen. Eene vertaling in het latijn (Amst. 1723) was al voorafgegaan. Ook het Offer des Heeren (1614) werd meermalen herdrukt.
Nog vermelden wij de volgende titels: Cort ende claer bewijs dat die twaelf jongheren daer d' Evangelist Lucas van meldet (Act. XIX, 11) tweemael met water gedoopt zijn (z.p. 1597); Historie der Martelaaren, of waarachtige getuigen van Jezus Christus, die de Evangelische waarheid in veelerleye Tormenten betuigd, en met hun bloed bevestigd hebben, sint het jaar 1524 tot deesen tijd toe; waarby ook gevoegd zijn hunne Bekentenissen, Disputatiën en Schriften, uitdruckende hun lieder leevende Hoope, krachtig Geloove en brandende liefde tot God en zijne Heilige waarheid (Haarl. 1615, 4o.), merkelijk vermeerderd met den titel Martelaars spiegel der weerelooze Christenen, Zedert Anno 1524 (Haarl. 1631, fol.); Ontdeckinge der dwalingen in het boeck van Nittert Obbes: Raech-Besem over 't geschreven woort Godts (Hoorn 1627); 't Fonteyntien, zijnde een corte onderrichtinge daerin alle menschen vermaent worden die waerachtige Spijse ende Dranck des eeuwigen levens te soeken (herdrukt in de Rijp 1644); Klaer bewijs van de eeuwigheydt ende Godheyt Jesu Christi, gericht tegen Daniël Zwicker (Haerl. 1672).
Zie: Kort-Verhael Van het Leven en de Daden van Hans de Ries (de Rijp 1644); J.S.S. Ballot,