[Rieuwertsz., Jan]
RIEUWERTSZ. (Jan), geb. te Amsterdam in 1617, waarschijnlijk overl. aldaar 1686, ondertrouwde 29 Juli 1649 met Trijn Jans van Calken en werd, na haar overlijden 10 Juli 1653 opnieuw in ondertrouw opgenomen met Giertie Schut van Vrede. 25 October 1640 ingeschreven in het boekverkoopersgilde, vestigde hij zich in de Dirk van Hasseltsteeg in ‘het Martelaarsboek’ te Amsterdam. In zijn boekwinkel kwamen, documenteel in 1657, vele personen met sociniaansche gevoelens bijeen, wat maakte, dat hij bij uitnemendheid de uitgever werd van de veel schrijvende Doopsgezinden en Collegianten. Onder de talrijke boeken en pamfletten door hem uitgegeven, vinden we als auteursnamen Anthony Jansen (1656), Schabaellie (1656), Descartes (1657), J.A. Glazemaker (1658), Abr. Palingh (1659), Galenus Abrahamsz. (1659), Camphuysen (1661), Pieter Balling (1663), Gerard Brandt (1665), Tileman van Bracht (1669), Verduyn (1670), C. Moorman (1671), Cl. Schaep (1671), Spinosa (1677) en Ant. Bourignon (1681). In 1669 had Spinoza bij hem zijn intrek, wiens Tractatus theologico-politicus (1670) hij voor eigen rekening liet drukken bij Christoffel Koenraad (Cunradus) op de Egelantiersgracht. In 1678 was hij crediteur in en tevens borg voor Spinosa's nalatenschap (Colerus, Leven van Spinoza uitg. d. Campbell (1880) 35, 80).
Sedert Jan. 1675 komt hij voor als stads-drukker van Amsterdam, als opvolger van Johannes van Ravesteyn (kol. 1169); misschien dat deze eenigszins ambtelijke positie aanleiding gaf tot de kort daarna, althans tusschen 31 Oct. 1676 en 8 Sept. 1678 gevolgde verhuizing naar de Beursstraat. In hoeverre, en zoo ja sedert wanneer, hij een eigen drukkerij had, is voorshands niet vast te stellen; de Perssiaansche Roosengaard in de vertaling van J.v. Duisberg heeft tot adres ‘t' Amsterdam, gedrukt bij Tijmon Houthaak, voor Jan Rieuwertsz. en Jan Hendriksz. 1654’, en de Stichtelijke gedichten van Brandt van 1665 zijn gedrukt door Egbert van den Hoof te Enkhuizen. Zijn handteekening bij Meinsn a 105.
Zie: Meinsma, Spinoza en zijn kring passim, vooral 105, 326, 452.
Enschedé
Auteursrecht onbekend