[Ricfrid, of Rixfrid]
RICFRID, of Rixfrid, bisschop van Utrecht (806 - circa 820), heet van adellijke friesche afkomst en opvoeder van den jongen Frederik (kol. 455), dien hij priester wijdde en bij voorbaat als zijn opvolger beschouwde. Hij bevond zich 18 Maart 815 te Aken, waar Lodewijk de Vrome Utrecht's Sint-Maartenskerk bevestigde in het bezit van de tiend aller domeingoederen in het Oude Trecht, alsook van de voogdij over de mannen dier kerk en van vrijdom van lasten te Duurstede. Op zijn naam staat een brief aan bisschop Ludger van Munster, waarin gevraagd wordt een omstandig verhaal der wonderen, die te Verden bij het graf van den h. Suitbertus waren geschied. Maar deze brief is onecht, evenals het antwoord van Ludger. Zijn bisschopstijd is onzeker. Het bericht van Beka en Heda, dat hij 5 October stierf en in Oudmunster te Utrecht werd begraven, is vermoedelijk ontleend aan een nog bewaard gebleven grafschrift dat echter op een lateren graaf Ricfrid betrekking heeft.
Zie: J. de Beka, Chronicon (Ultraj. 1643) 22; W. Heda, Historia 43; Batavia sacra (1714) I, 97; G. Brom, Regesten van oorkonden betreffende het Sticht Utrecht I (1908) 10; Nederlandsch Archievenblad XX (1911) 29.
Brom