[Questiers, David]
QUESTIERS (David), middelmatig dichter uit het midden der 17de eeuw, zoon van den volg. en Elysabeth Jansdr. Hij werd 2 Febr. 1623 te Amsterdam geboren en huwde Odilia Voocken. 17 April 1663 werd hij ‘uyt de Warmoesstraet’ in de Oude kerk begraven. Zijn weduwe verkocht Maart 1664 het huis ‘Oud-Antwerpen, daer de Looden Pomp uythangt’ in de Warmoesstraat aan Catharina Q. voor ƒ 10250, en hertrouwde in 1665 met Mr. Joannes Can. David Q. was loodhandelaar van beroep; zijn leven schijnt niet altijd even onberispelijk te zijn geweest (Amsterdamse Mengel-moez (Amst. 1658) 174). Zijn gedichten zijn niet verzameld uitgegeven, maar komen verspreid voor in bundels dier dagen, als: Klioos Kraam, vol verscheiden Gedichten (Leeuwarden 1656); Hollantsche Parnas of verscheide Gedichten gerijmt door J. Westerbaen etc. (Amsterdam 1660); Het Eerste Deel van de Amsterdamse Mengel-moez etc. (Amsterdam 1658); Apolloos Snaaren enz. (Amsterdam 1664). Hij was bevriend met Willem Schellinks, Gerbr. van den Eekhout en H. Zweers; de onderlinge bewierooking dier vier vrienden is in de Hollantsche Parnas te vinden. Volgens F. van der Haeghen was zijn spreuk: ‘T'ongequetst leven best’ (Dictionnaire des Devises (Brux. 1876) 87).
Zie: Oud-Holland XXVII (1909) 200.
Ruys