Indië gezonden ter hulp van Rijklof van Goens, superintendent en admiraal van Ceilon, de kusten van Coromandel, Malabar, Madoera enz., die reeds een fransche vloot onder de la Haye Ventelay nabij Cotiary verslagen en het reeds door de Franschen bezette Trincomale heroverd had. 23 Aug. 1673 raakte v.Q. slaags nabij Masoelipatnam met 10 eng. ind. comp. schepen, die hij versloeg, daarbij drie dier schepen veroverend. Dusdoende hebben toenmaals van Goens en v.Q. voor onze voor-indische nederzettingen onze vijanden onschadelijk gemaakt. Onder zijn bestuur op Banda ondernam in 1678 Joh. Keyts een onderzoekingstocht naar Nieuw-Guinea en gaf aan een bocht van de Zuidwestkust den naam van Quaelberghsbaai (Bitjaroe-baai der inboorlingen).
Zie: D. Havart, Op- en ondergang van Coromandel (Amst. 1693) 163; Valentijn, Oud- en Nieuw Oostindië; P.A. Leupe, de Reizen der Nederlanders naar Nieuw-Guinea in de 17e en 18e eeuw in Bijdr. Kon. Inst. v.T.L. en Vk.v.N.I. 3e Volgr. X (1875); A.v. Overbeke, Geestige en Vermaeckelicke Reysbeschrijvinge naar O.I. in den j. 1668 enz. (Amst. 1671 en 1672), ook herdrukt in zijne Rijmwercken (Amst. 1678); Jacob Swart, Verhandelingen en berichten betr. het zeewezen 1855 II, 354 en 1856, II, 182 vlg.; F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen II, 65.
Mulert