[Mesch, George Johannes van der Boon]
MESCH (George Johannes van der Boon), geb. 18 Dec. 1786 te Delft, overl. 5 April 1822 te Leiden, neef van den voorgaande. Hij was een zoon van Adrianus Sanderus van der B.M., geneesheer en lector in de geneeskunde te Delft, en Helena van Braam. Na te Leiden gestudeerd te hebben en aldaar bevorderd te zijn tot doctor in de geneeskunde op een dissertatie de Respiratione, vestigde hij zich als geneesheer te Delft. In 1819 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de landhuishoudkunde aan de leidsche universiteit, welk ambt hij 2 Oct. aanvaardde met een rede de Recta academica oeconomiae ruralis institutione etc. (zie Annales 1819-20). In 1821 volgde zijn benoeming tot gewoon hoogleeraar. Tevens werden hem toen de chemie-colleges opgedragen, die sedert het overlijden van S.J. Brugmans door den hoogleeraar in de geneeskunde J.C. Krauss werden waargenomen. Het volgende jaar (2 April 1822) verzocht hij echter aan Curatoren, in verband met zijn zwakke gezondheid, deze colleges te willen opdragen aan zijn neef H.C. van der Boon Mesch. Reeds drie dagen later overleed hij.
Zie: Jorissen, Het Chem. Lab. der Univ. te Leiden (1909).
Jorissen