[Matthes, Benjamin Frederik]
MATTHES (Benjamin Frederik), geb. 16 Jan. 1818 te Amsterdam, overl. 9 Oct. 1908 te Nijmegen, zoon van Hendrik Justus Matthes, koopman te Amsterdam, later predikant te Zutphen, en Wilhelmina Maria Elisabeth Hoyer. Hij studeerde te Leiden in de letteren en godgeleerdheid (1835-1838) en daarna te Amsterdam aan het luthersche seminarium. Na te Leiden honoris causa in de letteren gepromoveerd te zijn (1848), werd hij als afgevaardigde van het Ned. Bijbelgenootschap naar Zuid-Celebes gezonden, om de boegineesche en makassaarsche talen te beoefenen en den bijbel in die talen te vertalen. Na van 1858-1861 en van 1869-1876 in Nederland vertoefd te hebben, werd hij in 1876 te Makassar door de regeering belast met het oprichten eener kweekschool voor inl. onderwijzers en tot opleiding van tolken voor het makassaarsch en boegineesch. In 1879 werd hij op verzoek eervol ontslagen en vestigde zich te 's Gravenhage, om zijne bijbelvertaling in het makassaarsch en boegineesch voort te zetten. De leidsche universiteit erkende zijne verdiensten door hem in 1881 honoris causa tot doctor in de taal- en letterkunde van den O.-I. Archipel te benoemen. In 1888 werd hij benoemd tot lid der Kon. Acad. van Wetenschappen.
Zijne hoofdwerkzaamheid ligt op het gebied der taal-, land- en volkenkunde van Zuid-Celebes. Hoofdwerken zijn, behalve zijne bijbelvertaling in het makassaarsch en boegineesch: Makassaarsche Spraakkunst (Amst. 1858); Makassaarsch-Hollandsch woordenboek (Amst. 1859, 2e druk 1885); Makassaarsche Chrestomathie (Amst. 1860, 2e druk 1883); Boegineesche Chrestomathie (Makasser 1864, Amst. 1872); Over de bissoe's of heidensche priesters en priesteressen der Boegineezen (Amst. 1872); Bijdragen tot de Ethnologie van Zuid-Celebes ('s Grav. 1875); Boegineesche Spraakkunst (Amst. 1875); Boegineesch-Hollandsch woordenboek met ethnographischen atlas (Amst. 1874); Kort verslag aangaande alle mij in Europa bekende Mak. en Boeg. Hss. (Amst. 1875), met vervolg (Amst. 1881).
In 1848 heeft J.P. Berghaus zijn portret op steen geteekend.
Zie: Encycl. v. Ned.- Indië II, 474-475; N. Adriani, Dr. B.F. Matthes als taalbeoefenaar in Tijdschr. v.T.L. en Vk. N.I. LI, 324-337; J.G.C. Jonker in Levensber. Letterk. 1909, 354.
Juynboll