[Lehmans, Jacob]
LEHMANS (Jacob), rabbijn, geb. te Amsterdam 12 Aug. 1807, gest. te Nijmegen 30 Aug. 1876. Hij was de zoon van Josef L., 1808-1842 opperrabbijn te 's Gravenhage, studeerde in het buitenland en verkreeg in 1826 de bevoegdheid een rabbinaat te bekleeden. 16 Oct. 1833 werd hij benoemd tot opperrabbijn te Nijmegen, welk ambt hij 16 Dec. aanvaardde met de interimaten 's Hertogenbosch, Middelburg en Amersfoort. Hij behartigde de zedelijke en stoffelijke belangen van de Joden, liet kerken bouwen, begraafplaatsen aanleggen of herstellen en ijverde zeer bijzonder voor het Centraal Israëlitisch Weeshuis te Utrecht (circulaire van 13 Febr. 1869). Er bestaat van hem een casuistische briefwisseling met Ettlinger en Nathanson, opperrabbijnen van Altona en Lemberg. L. was een waar vertegenwoordiger van de oude orthodoxe richting in het jodendom, hij verzette zich dan ook tegen de jongere, niets minder orthodoxe school, gesticht door Dr. J.H. Dünner, die echter wetenschappelijkheid eischte van de dragers der hoogste godsdienstige ambten en reeds het eerste onderwijs in het hebreeuwsch aan de jeugd niet machinaal wilde gegeven zien, maar berustend op grammatikale kennis der taal. L. ontvouwde, evenals Berenstein en A. Lehren dat deden, zijn bezwaren tegen het z.g. leerplan-Dünner, dat toch vrij wel overal ingevoerd werd en gehandhaafd bleef, in een open brief: Een Leerplan (Amst. 1876).
Zie: Isr. Nieuwsbode II (1876) No. 13; J.H. Dünner in Isr. Letterbode 1876, 113 sqq.
Slijper