[Kock, Pieter Bernard]
KOCK (Pieter Bernard), geb. 1773 te Emmerik, overl. 22 Maart 1830 te Breda. In 1793 trad hij als cadet in nederlandschen dienst. Gedurende den veldtocht van 1794 was hij ordonnans bij den Erfprins en woonde de verovering van Landrecies, het ontzet van Charleroi, de gevechten van Waterloo en bij het kanaal van Leuven naar Mechelen bij. 8 Juli '95 tot onderluitenant benoemd, werd hij op 31 Aug. '99 tot 1sten luitenant der artillerie benoemd. 8 Aug. werd hij als kapitein geplaatst bij de troepen van den generaal van Helden, met de bewaking en verdediging der kusten belast. In 1809, tijdens de landing der Engelschen, stond hij met zijn artillerie onder de bevelen van den generaal Dumonceau. Bij de inlijving van Holland werd hij op 29 Nov. 1810 tot 2den kapitein, 17 Aug. 1811 tot 1sten kapitein en 2 April tot luitenant-kolonel bevorderd. In dien tusschentijd was hij met het Groote Leger naar Rusland getrokken en diende bij de artillerie van den luitenant-generaal de Seroux. In 1813 en 14 bevond hij zich met Seelig in het berende Maagdenburg. In Nederland teruggekeerd werd hij 24 Juni 1814 als kapitein der artillerie ingedeeld, 9 Nov. 1818 majoor en 1 Aug. 1826 luitenant-kolonel. Hij overleed als gouverneur van de K. Militaire Academie.
Zie: Kuypers, Gesch. der Nederl. Artillerie IV, 274 noot.
Eysten