[Klinkenberg, Jan Werner]
KLINKENBERG (Jan Werner), geb. te Aken 7 of 8 Jul. 1770, overl. in de cistercienserabdij Val-Dieu bij Visé 29 Apr. 1845, waar hij 14 Mrt. 1791 zijne kloostergeloften had afgelegd onder den kloosternaam Bernardus. Na zijne priesterwijding 21 Sept. 1793 was hij spoedig genoodzaakt met zijne medebroeders een toevlucht te zoeken over den Rijn voor het geweld van de naderende troepen der fransche Republiek, 19 Sept. 1794. Hij keerde 2 Oct. terug en bleef na de suppressie der geestelijke orden de abdij bewonen tot 7 Mei 1798. Toen werd hij bestuurder van den hof Abshoven te Munstergeleen tot Aug. 1802, wanneer hij-benoemd werd tot kapelaan te Oirsbeek. Kort daarna verkreeg hij het pastoraat van Schinveld bij Sittard, waar hij vele jaren als ijverig herder werkte. Zijn eenige verlangen en streven echter was terug te keeren naar zijn klooster, zooals hij te kennen gaf in een brief aan paus Pius VII. Ofschoon in 1812, bij het overlijden van den abt, die de abdij met de bons der monniken had teruggekocht, alles in het bezit van diens familie kwam, liet hij zijn plan nog niet varen. Na verschillende pogingen gelukte het hem, gesteund door twee edelmoedige priesters van Luik, N. Henrotte en E. Burgers, 22 Mei 1840 de kloostergebouwen en de ruïne der kerk, eerst in 1839 ingestort, aan te koopen. Na vele bemoeiingen werd hij 19 Nov. 1844 door den Visitator der regulieren in België tot overste van Valdieu benoemd. Eindelijk 24 Jan. 1845 keerde hij naar zijne abdij terug om er met drie monniken van de abdij St. Bernard te Bornhem het kloosterleven te herstellen. Zijn eenig nog in leven zijnde medebroeder bleef op zijn pastorie te Aubin Neufchâteau. Klinkenberg overleed op den feestdag van den stichter van