[Klinge, Bernardus of Berent]
KLINGE (Bernardus of Berent), Clinghe, behoorde waarschijnlijk tot de familie Clinge, die men in dien tijd in de regeering van Groningen aantreft. Hij komt de eerste maal voor als abt van de cistercienserabdij Klaarkamp in 1443, wanneer hij als visitator der orde met den abt van Aduard openlijk verklaarde dat de abt van Ihlo heimelijk onrechtmatig, goederen van zijn klooster verkocht had (Nanninga Uiterdijk, Gesch. der Bernardijnen van Aduard (Gron. 1870) 56). Hij bezegelde met den abt Willem van Dockum een vierjarig vredeverbond tusschen Groningen en Oostergoo, 1444 Apr. 25. Hij komt nog voor in oorkonden van 1451 en 1452. Het jaar van zijn dood is niet bekend. In 1465 verkreeg abt Petrus van Klaarkamp van den bisschop van Utrecht toestemming om de kapel van den uithof der abdij op Schiermonnikenoog in een parochie te veranderen. Bernardus was dus niet meer aan het bestuur. De abt Bernardus, die voorkomt in 1467 is een andere. Zie Bernardus (kol. 138).
De Visch, Bibliotheca scriptorum Ord. Cist. (Col. Agr. 1656) 51, verzekert op gezag van Bunderus, O.P., dat in de abdij Bloemkamp de Commentaria super quatuor libros sententiarum door Bernardus Cling, abt van Klaarkamp, bewaard werden.
Zie: Groot Placaat- en Charterboek van Vriesland I (Leeuw. 1768) 524-526, 543; Vrije Fries. XII, 401 en v.v.
Fruytier