vooral een zeer gewaardeerd dischgenoot van het bekende ‘Servetje’. Vlug en vroolijk van aard, was hij als gezellig prater hier bij iedereen bemind, want hij was een geboren verteller. Maar niet minder als onderhoudend schrijver verwierf K. zich grooten naam. Slechts enkele zijner geschriften zullen wij hier noemen: Het huisgezin van den praeceptor (1857); Binnen en buiten (1860); Een zomer in het Noorden, 2 dln. (1859); Een zomer in het Zuiden, 2 dln. (1862); Novellen (in den Ned. Spect., 1860-64); Van huis, 3 dln. (1867); De geschiedenis van Robinson Crusoë (1869); Overkompleet en andere novellen (1871); Het belegerde Parijs (1871); Het vermoorde Parijs (id.); Weenen, Wilhelmshöhe, Dresden, Praag e.a. reisverhalen (1873); Gederailleerd (1873); Het ganzebord of het blauwe lint. Blijspel (1874); Teruggekeerd. Blijspel (1875); Europa in al zijn heerlijkheid geschetst, 5 dln. (1877-80); Het servetje (1878); De dochter van den barbier (bekroond blijspel 1878; 2de dr. 1882); Waldeck in vogelvlucht (1879); Zwitserland (1882); Het gevaarlijke nichtje. Blijspel in 3 bedr. (1884); Amerika in al zijn heerlijkheid geschetst (1886). Verder was hij redacteur van De Tijdstroom (1851-60), mederedacteur van den Ned. Spectator (1860-64), redacteur van de Geillustreerde bibliotheek voor jongelieden (1877), van de Kunstkroniek (1877-88), van Voor 't jonge volkje (1875-90) en van het Zondagsblad voor
't jonge Nederland (1881-82). Ook vertaalde hij een aantal letterkundige werken uit het Fransch, Duitsch en Engelsch, als de Avonturen van baron van Münchhausen, met platen van Gust. Doré; de Reis om de wereld in 80 dagen, door Jules Verne; Jong Rusland, door Iwan Turgenjew; Alleen op de wereld, door Hector Malot; de Familie Buchholz, van Julius Stinde; Arabische vertellingen van de Duizend en één nacht; Werken van Walter Scott; Goldsmith's Predikant van Wakefield enz. enz.
Zijn door D.J. Sluyter gegraveerd portret staat in Aurora, 1863; zijn bronzen buste door Joh. Keller is in het Rijksmuseum.
Zie: Levensber. Letterk. 1899, 210; J. ten Brink en Taco de Beer's Gesch. der Noord-Nederl. Letteren in de 19de eeuw II, 460 e.v., met een uitvoerige bibliografie.
Zuidema