(door Huet bedachten en zeker ‘minder gelukkigen’ [Kalff, Letterk. VII, 452]) opzet in het negentiende fijntjes bespotte. De zaak zelve was daardoor niet afgedaan. Van 1860-1864 vinden wij de Groot te Dwingeloo, waar een aantal zijner studiën verschenen o.m. eene kritiek op Renan's Vie de Jésus (W.i.L. 1863, 811), van 1864 tot 1866 te Purmerend, van 1866 tot 1878 te Kampen. Hier gaf hij eene vertaling van de apocryphe evangeliën; bepleitte in twee grondige brochures en met gunstig gevolg het, door den raad bestreden, recht der predikanten op tractement vanwege de stad; bestreed in een populair geschrift het bijgeloof over typhus als een strafgericht, waartegen verzet ongeoorloofd was en gaf zijne terecht geprezen vertaling van Wylie's Geschiedenis van het protestantisme (I 1876, II 1878, III 1881, toen hij reeds te Groningen was). Gevolg van dezen arbeid was het boek Honderd jaren uit de geschiedenis der hervorming in de Nederlanden (1883), een herdruk van de hoofdstukken, die Wylie aan ons land had gewijd met enkele nieuw geschreven bladzijden, die geschiedenis gevend van 1518-1619, trots enkele feilen een nog altijd lezenswaardig werk. Middelerwijl was, na de nieuwe H.O. wet van 1876, het hoogleeraarschap in de godgeleerdheid van wege de hervormde Kerk ingesteld. Voor de beide groninger zetels werden benoemd E.F. Kruyff, die 1 Juni 1878 inaugureerde en de Groot, die den dag te voren oreerde over het kerkelijk professoraat. Sinds gaf hij een aantal artikelen in Geloof en vrijheid van wezenlijk irenisch karakter. Een ander handelt over Luther in zijn studeervertrek met het N.T. van Erasmus (in Geloof en vrijheid 1883,
517-566). Op de academische bibliotheek te Groningen nl. bevindt zich een exemplaar van de 4e uitgave van het N.T. van Erasmus, Bas. 1527, door Luther gebruikt en met tal van kantteekeningen voorzien, die zijne wisselende gemoedsstemming onder de lectuur treffend weergeven. Van de Groot bezitten wij ook eene vertaling van Luther's Von der Freyheit eines Christenmenschen.
Zie: H. Brouwer in Geloof en Vrijheid 1884, 597-615, die ook de lijst van 's mans geschriften geeft.
Knappert