berk benoemd. 9 Dec. 1603 werd hij door prins Maurits tot gouverneur van Oostende benoemd, ter vervanging van den kolonel van der Noot, die zijn ontslag verzocht had. 17 Dec. d.a.v. kwam hij in de vesting aan. Onmiddellijk trad hij krachtdadig op en deed vele en groote uitvallen, o.a. op 13 en 15 Maart 1604. 21 Maart sneuvelde hij, door een musketkogel in het hart getroffen, in het ravelijn Porc-Epic. Gh. stond bekend als een dapper en uitstekend man. Zijn lijk werd gebalsemd en later met groote plechtigheid te Utrecht begraven. Een broeder van hem, Philips, was ook in Oostende als kapitein. Deze werd in April 1604 zwaar gewond naar Vlissingen gevoerd.
In Fleming's Ostende staat zijn gegraveerd portret.
Zie: C.A. van Sypesteyn, Het Merkwaardig Beleg van Ostende 72-82; Bosscha, Neerland's Heldendaden te Land (die hem abusievelijk ‘Filips’ noemt) I, 252, 304; Fruin, Verspreide Geschriften III, 247.
Eysten