[Deckers, Wilhelmus Christianus]
DECKERS (Wilhelmus Christianus), geb. te 's Hertogenbosch 24 Dec. 1826, overl. aldaar 20 Jan. 1899, zoon van Johannes Wilhelmus Deckers en Agnes de Leeuw. Hij huwde in zijne geboorteplaats 10 Juni 1858 Louise Marie Aline Françoise Chevalier, dochter van Jean Chevalier, logementhouder, en Henrica Wilhelmina van Vugt. Deckers, gesproten uit een broodbakkersfamilie, oefende zelf dit vak ook uit. Reeds vroeg ontwaarde men in hem een prachtig zangorgaan, hetwelk zich al meer en meer ontwikkelde, zoodat spoedig zijn wonderschoone baritonstem de algemeene aandacht trok. 8 Jan. 1845 werd hij lid van het zangkoor der r.-k. parochiekerk St. Catharina, waar hij tot zijn dood dagelijks zijn beste talenten aan 's Heeren dienst schonk. Als lid der bossche liedertafel ‘Oefening en Uitspanning’ behaalde hij met dit vermaard koor vele lauweren.
Bij de feestelijkheden der Eerstesteenlegging van het Nationaal monument in den Haag voor de Vijftigjarige herdenking van nederlands herstelling 17 Nov. 1863, gaf Willem Deckers zijn beste krachten en mocht daarvoor van prins Frederik ontvangen een kostbaren gouden ring waarop een gekroonde F. en met brillanten omzet. Zes jaar later, 17 Nov. 1869, bij gelegenheid eener feestcantate in den Haag, waaraan hij deelnam, ontving hij andermaal van prins Frederik een blijk van waardeering: ditmaal bood deze hem een gouden doekspeld aan, waarop wederom