[Dee, Corneille Henri]
DEE (Corneille Henri), 28 Sept. 1830 te Leiden geb. en 22 Mei 1884 ald. gestorven, was, na tot zijn 14de jaar het lager onderwijs op de school der waalsche gemeente zijner geboorteplaats te hebben ontvangen, eerst eenige jaren op een der leidsche drukkerijen werkzaam, bekwaamde zich terwijl voor het onderwijs, o.a. door 't behalen van de acte voor den 3den rang en die voor 't Fransch, was van 1850 tot 57 hulponderwijzer aan een tweetal scholen te Leiden, het volgend jaar commies aan 't bureau van het Militair Detentiehuis onder Oegstgeest, en van 1858 tot zijn dood klerk van ‘Rijnland’ te Leiden. In deze laatste betrekking heeft hij zich verdienstelijk gemaakt voor de geschiedenis van Rijnland door nasporingen te doen in de oude handschriften van het archief en door 't opstellen van een paar belangrijke Memoriën, de eene betrekkelijk den Hoogen Rijndijk (1879), de andere Omtrent den Wierikker Dijk (1880). Ook schreef hij een opstel, Een crisis in Rijnland, 1509-1515, en een tweetal artikelen over schilderijen in Rijnlandshuis (Ned. Spectator 1875, 124; 1878, 177).
Tevens was Dee jaren lang een ijverig helper bij het rangschikken en vergelijken van de bouwstoffen voor het groote Woordenboek der Nederl. taal, waarvoor hem in de Inleiding van dat werk de dank der Redactie werd gebracht. Als schrijver heeft hij zich bekend gemaakt door enkele verspreide schetsen, als Het Kraaienbosch en Uit den strijd om het Bestaan; verder schreef hij nog een bijdrage in het plat-Leidsch voor het dialectenboek Van de Schelde tot de Weichsel.
Zie: Levensber. Letterk. 1884, 141.
Zuidema