[Decker A Walhorn, Johannes]
DECKER A WALHORN (Johannes), rechtsgeleerde, geb. te Valkenburg 20 Juni 1583 en overl. 16 Dec. 1646, zoon van Joannes, griffier bij het leenhof aldaar en Maria van Caldenborg. Hij werd te Leuven licentiaat in de beide rechten. Hij huwde Maria van Pede, dochter van Joannes, raadsheer in den Hoogen Raad van Brab. te Brussel, tot welke waardigheid hij ook in 1643 werd bevorderd, na als advocaat te Brussel bewijzen van groote rechtskennis te hebben gegeven. Hij werd begraven in de kapel van St. Guido te Anderlecht.
Hij schreef: Dissertationum iuris et decisionum super illis factarum, in magnis inprimisque conciliis suae Maiestatis in Belgio, qua in Privato, qua in Magna Mechliniensi, qua in Suprema Brabantiae, qua in Suprema Curia feudali Brabantiae, qua in aliis libri duo. (Antw. 1631). Met portret naar N. van Horst, gegr. d.C. Galle. De 2e ed. Brux. 1673 door zijn zoon Aurelius met een zelfde portret uitgegeven. De 3e ed. Brux. door de zorg van J.B. Christijn, met vele vermeerderingen in 1686. met een zelfde portret, maar met het jaar 1686. Zijne Dissertationes zijn zeer gewaardeerd. Nog werd na zijn dood uitgegeven Philosophus bonae mentis (Brux. 1674).
Zie: Foppens, Bibl. Belg. II, 625; Valerius Andreas, Bibl. Belg.; voorrede der 2e ed. zijner Dissertationes; Histoire du Conseil de Brabant; G.C.U(bagts) Korte schets der geschiedenis v.h. land van Valkenburg (Leuven 1856); de Maasgouw 1886, 4, 77 en over zijn vader idem, 4 en 83.
Flament