[Damen, Johannes Christiaan]
DAMEN (Johannes Christiaan), gedoopt te 's Gravenhage 7 Jun. 1750, overl. aldaar 2 Sept. 1804. Zijn vader Christiaan Hendrik Damen, stads- en landschirurgijn te 's Gravenhage, was gehuwd met Sophia Reymers.
Bij zijne opleiding tot geneeskundige gaf hij op 10 Jun. 1770 bij zijn examen reeds het bewijs van goede bekwaamheid en op 16 Juli d.a.v. kreeg hij, na met lof het groote examen te hebben afgelegd, de bevoegdheid tot het uitoefenen van de geneeskunde, terwijl hij op 2 Oct. van hetzelfde jaar zoo goede bewijzen gaf van zijne kennis in de verloskunde, dat hij met veel lof bevorderd werd tot vroedmeester.
Hij vestigde zich in zijne geboortestad en werd in 1776, als opvolger van zijnen vader, benoemd tot heelmeester van het Burger Weeshuis en van de Fundatie der Vrijvrouwe van Renswoude. 10 Oct. 1783 verrichtte hij eene schaambeensnede bij eene barende vrouw en had het geluk daarbij moeder en kind te behouden. Van de stadsregeering kreeg hij ter belooning voor deze kunstige operatie een zilveren schenkblad versierd met het haagsche wapen en daarbij eene lofrede in versmaat.
6 Mrt. 1789 benoemd tot lector in de ontleed-, heel- en vroedkunde, aanvaardde hij deze betrekking op 23 Apr. d.a.v. met het houden eener intreerede. Aan dit ambt was verbonden het geven van lessen in de heelkunde iederen Donderdag des namiddags in het Theatrum Anatomicum. Hij kreeg zijn ontslag uit deze waardigheid op 15 Febr. 1798, omdat hij ‘de gerequireerde verklaring’ niet had afgelegd, maar op 14 Febr.