[Cuynretorff, Hendrik]
CUYNRETORFF (Hendrik), broeder van den scholaster Jacobus, die volgt, was de laatste deken van het kapittel van St. Walburg te Arnhem. In de sententieboeken van het Hof van Gelre komt op 2 Juni 1571 een uitspraak voor van 62 blz. in een geschil over een kanonikaat der St. Walburgskerk tusschen Jacob Bauer, priester, en Henrick Cunretorff, klerk van de utrechtsche diocese, waarbij de eischer niet-ontvankelijk werd verklaard. Uit de stukken blijkt, dat het kanonikaat en de prebende in Febr. 1568 opengevallen door den aartsbisschop van Utrecht 8 Dec. 1568 gegeven is aan Cuynretorff, dat diens gemachtigde 11 Dec. d.a.v. in het bezit is gesteld en dat C. zelf 15 Maart 1569 door persoonlijke aanwezigheid die inbezitstelling heeft bevestigd. In 1572 werd hij tot deken van het zijn einde naderend kapittel gekozen. Wellicht slaat op hem de mededeeling van Arend van Buchell (Diarium 79), dat 22 Jan. 1583 in strijd met de rechten der kanunniken het huis van Henricus Cuynretorviuste Utrecht wordt verkocht. De stukken van het bedoelde proces bevinden zich in het archief der Oud Bissch.-Clerezij te Utrecht.
Een andere Hendrik C. (althans waarschijnlijk een andere) is omstreeks het midden der 16e eeuw herhaaldelijk schepen en burgemeester van Kampen, vervulde meerdere zendingen voor de stad en was in 1549 een der kampensche gevolmachtigden, welke aan Philips als toekomstig landsheer den eed deden. (Register Charters en Besch. O. Archief Kampen no. 1889, 1928, 1930, 1935, 1938, 1984, 1993, 2007, 2012).