[Cuperus, Joannes]
CUPERUS (Joannes), geb. 10 Maart 1725 te Deinum, overl. 1777. Hij studeerde van 1745 tot 1749 te Franeker en vervolgens tot 1752 te Amsterdam. Zijn theologische opleiding ontving hij bij prof Tj. Nieuwenhuis aan de Lamistische kweekschool. 2 Oct. 1752 tot proponent bevorderd, was hij van Febr.-Oct. 1753 doopsgezind leeraar te den Hoorn op Tessel, vervolgens vijf jaar te Vlissingen en daarna bijna twintig jaren te Utrecht. Over de geschiedenis der Mennisten maakte hij vele aanteekeningen, die in handschrift te Amsterdam bewaard worden en aan Blaupot ten Cate grooten dienst verleenden bij het schrijven van zijne bekende Geschiedenis der Doopsgezinden.
Vgl.: J. Hartog, Uit de aanteekeningen van Joannes Cuperus in Doopsg. Bijdr. 1868, 88-89.
Vos