[Cremers, Mr. Epimachus Jacobus Johannes Baptista]
CREMERS (Mr. Epimachus Jacobus Johannes Baptista), zoon van Mr. Franciscus Jacobus Johannes en Renera Anna Maria Draper, 15 Juni 1823 te Groningen geb. en 27 Oct. 1896 te Zürich overl. Na het voorbereidend onderwijs op het gymnasium te Katwijk ontvangen te hebben, bezocht hij in 1841 de hoogeschool zijner geboortestad, waar hij 21 Dec. 1849 op stellingen in de rechten promoveerde. De eerste jaren na zijn promotie bleef hij in Groningen metterwoon gevestigd en werd hier in 1862 tot lid der Provinciale Staten gekozen. Twee jaar later in het tweede ministerie Thorbecke tot minister van Buitenlandsche zaken benoemd, als opvolger van den afgetreden van der Maesen de Sombreff, vestigde hij zich in den Haag. Van 1869 tot 91 was Cremers afgevaardigde voor 't kiesdistrict Zuidhorn naar de Tweede Kamer Stat.-Gen., waar hij van 85-88 den voorzittersstoel innam en ook door niet-roomschen om zijn kunde en onpartijdigheid zeer geroemd werd. In 1887 werd hij door den koning tot Minister van Staat benoemd. Van 91 tot zijn dood was Cremers lid van de Eerste Kamer Stat.-Gen.
Zijn broeder, Mr. Jacobus Johannes Cremers, geb. 13 Dec. 1806 en overl. 5 Maart 1882 te Groningen, was van 1850 tot zijn dood eveneens lid van de Eerste Kamer.
Zijn portret is gelithografeerd door P. de Josselin de Jong.
Zie: van Boneval Faure in Groningsche Volksalmanak 1897.
Zuidema