[Bönninghausen, Maximilianus Fredericus Carolus Franciscus von]
BÖNNINGHAUSEN (Maximilianus Fredericus Carolus Franciscus von), zoon van de voorg., werd op de Herinkhave geboren, werd 23 Juni 1793 te Tubbergen gedoopt en overleed op den huize Eeshof te Tubbergen 31 Oct. 1822. Hij kwam als page van koning Lodewijk in 1805 aan; ook hij trad, evenals zijn broeder, in militairen dienst, werd 25 Aug. 1809 luit. bij het 1e reg. jagers en 25 Nov. 1811 1e luit. bij het 33e reg. lichte cavalerie. Met de fransche armee maakte hij den veldtocht naar Rusland mede en behoorde onder de elf, die van zijn bij Krasnoë vernietigd regiment in het vaderland wederkeerden. In den slag bij Smolensk (17 Aug. 1812) werd hij gewond; 14 Aug. 1813 tot kapitein bevorderd. Hij ging na het herstel van Nederland's onafhankelijkheid in nederl. dienst over, doch, daar hij geen wettig bewijs van zijn rang als kapitein kon overleggen, als 1e luit. (26 April 1814). Nog geen jaar later (1 April 1815) herkreeg hij den kapiteinsrang. Hij nam deel aan den slag van Waterloo en werd 12 Jan. 1817 eervol ontslagen. Bij diploma van 14 Juni 1822 werd hij in den nederlandschen adel ingelijfd. Zijne echtgenoote Elisabeth Maria Alexandrine de Villers de Pité (gehuwd te Tongeren 5 Maart 1817) schonk hem slechts eene dochter; zijn tak stierf dus met hem uit.
van Epen