[Anspach, Dr. Jan Adolph]
ANSPACH (Dr. Jan Adolph), geb. te Amsterdam 8 Nov. 1803, ged. Westerkerk 20 Nov., overl. te Deventer 10 October 1885, zoon van Jacobus, kassier en van Margaretha Siblesz. Hij studeerde in de theologie, eerst aan het athenaeum te Amsterdam, later te Leiden en promoveerde hier in 1829 op een dissertatie: De Pauli Apostoli Oratione in Areopago (in het licht gegeven met een Welkomstlied op Zalk, gedicht door Prof. Bernard ter Haar, zijn zwager). Als cand. in dienst getreden te Zalk en Veecaten 21 Sept. 1828, vertrok hij vandaar in 1831 naar Deventer, waar hij 1 October 1869 emeritus werd en tot zijn dood is blijven wonen.
Behalve gemelde dissertatie en eenige leerredenen schreef hij: Woorden van vermaning en raadgeving, inzonderheid voor jeugdige menschen (Dev. 1853). Voorts bijdragen, meestal onder de eindletters N.H.H., in het Nederlandsch Tractaatgenootschap, de Kerkel. Courant, de Morgenster, de Evangeliespiegel, de Evangel. Almanak (o.a. een gedicht op Kevelaar), het Dagb. bij den Bijb. Almanak, Christophilus, de Fakkel, de Evang. Christ. Huisvriend, de Christel. Volksalmanak e.a.
Den 30 April 1829 huwde hij te Amsterdam met Johanna Judith ter Haar, geb. ald. 10 Dec. 1803, overl. te Deventer 30 Jan. 1874, zuster van den utr. theol. prof. Bernard bovengenoemd, en dochter van Barend, koopman te A., en van Johanna Judith Hamming. Uit dit huwelijk sproten vijf kinderen, waarvan de eenige zoon, zie hiervóór, en de jongste dochter Alida Adolphine Anspach, geb. te Dev. 27 Aug. 1846, 20 Sept. 1866 in eerste huwelijk trouwde met Mr. Jan Izaak van Doorninck, den bekenden rijksarchivaris in Overijsel.
Zijn portret is gelithografeerd door F. Schroeder.
Zie: Mdbl. Ned. Leeuw XII, 102, 103.
Regt