gemaal (4 Febr. 1222), wien zij geen kinderen schonk, schijnt zij eerst te Rijnsburg, later in de abdij Afflighem vertoefd en hoofdzakelijk haar verder leven in Brabant gesleten te hebben.
Zie: Kluit, Hist. crit. II, 754 noot 1; op tafel XII in dat werk hare zegels.
Obreen