[Lemans, Moses]
LEMANS (Moses), geb. te Naarden 5 Nov. 1785, gest. te Amsterdam 17 Oct. 1832. Hij was de zoon van Michiel L. en Rebecca Hanou en ontving zijn eerste onderricht van zijn vader; na diens terugkeer naar Amsterdam 1792, van Littwack in de wiskunde, later van de Gelder. Hij verkreeg behalve de bevoegdheid voor godsdienst- ook die voor maatschappelijk onderwijs; dit is voor den tijd, waarin hij leefde, kort na de emancipatie, toen kennis van nederlandsch bij de in hun ghetto wonende joden onnoodig en onbekend was, van beteekenis en het gebruik, dat hij van die kennis gemaakt heeft, maakt hem historisch tot een man van verdienste. In 1818 werd hij hoofd van de armenschool te Amsterdam, bleef dat tot 1828, toen hij leeraar in de wiskunde werd aan het gymnasium, kort nadat hij te Leiden het cand. ex. voor de faculteit had afgelegd. Van zijn wiskundigen arbeid kunnen de genootschappen Mathesis Artium Genetrix en Een onvermoeide arbeid komt alles te boven, getuigen. Van beide was L. lid van verdienste. Ook was hij lector van Tot Nut en Beschaving.
Voor de Joden in het bijzonder heeft L. zich verdienstelijk gemaakt door mede op te richten het genootschap: ‘Chanoug Lana'ar lephie Darkou’ in 1803, bestemd om de joodsche jeugd boeken in het hollandsch te verschaffen bij het godsdienst-onderwijs en zoo het gebruikelijke jargon te bestrijden. Een bijbelvertaling werd na de inlijving bij Frankrijk gestaakt.
Uitgegeven heeft Lemans: Imreh Zerufah, over de Hebr. taal en haar uitspraak (1808); Levensbeschrijving van Maimonides (1815); Proeve van Talmudische Wiskunde (1816); Geschiedenis der Starrenhemel (1819); Rudimenta of gronden der Hebr. taal (1820). Van dit leerboek, druk in gebruik tot ongeveer 1890, is ook een verkorte uitgaaf verschenen; Vertaling van Isr. Gebeden (1822); Lofrede op J.H. van Swinden (1823); De Geest der Talmudische Leer of toelichting van den roman Levie en Sara (1826); Handleiding tot het Teekenen van Land- Zee- en Hemelkaarten (vertaling van Mayers boek) (1826). Zijn voornaamste werk is echter het Hebreeuwsch-Nederduitsch Handwoordenboek (Amst. 1829-31) samen met Dr. S.I. Mulder, voor welk werk Lemans een groote zilveren eerepenning uitgereikt werd vanwege de regeering. Zijn correspondentie met J.H.v.d. Palm is door mij uitgegeven in Achawah 1906, nos. 146-148.
L. was 18 Juni 1818 gehuwd met Marianne Binger; hij is kinderloos overleden.
Zie: U(llmann) in Jaarboeken voor de Israël. in Nederland II (1836) 297, met portret; Teissèdre l'Ange in Alg. Konst- en Letterbode 1833, II, nos. 37, 38; zie ook Briefwisseling van Mr. W. Bilderdijk met M. en W.H. Tydeman II, 133; Jewish Encyclopedia i.v.
Slijper