[Johan]
JOHAN (Johann), de Jongere, graaf van Nassau-Siegen, tweede zoon van den voorg. en Magdalena, gravin van Waldeck, geb. te Dillenburg 29 Sept. 1583, gest. te Roubaix (Vlaanderen) 27 Juli 1638. Hij studeerde (1600-1601) te Genève onder Beza en ontmoette er Hendrik IV, koning van Frankrijk, in diens nabijgelegen kamp. Hij reisde daarna in Italië, waar hij eenigen tijd te Napels gevangen zat. Daarna trad hij in keizerlijken dienst en diende vervolgens onder prins Maurits. Einde 1613, na een nieuwe italiaansche reis, ging hij over tot het katholicisme, van welken overgang hij zijn vader op theologische gronden nauwkeurig rekenschap gaf. Hij trad in dienst der aartshertogen Albrecht en Isabella en huwde (13 Aug. 1618) met Ernestine, prinses van Ligne, dochter van Lamoraal, prins van Ligne, en Marie, markgravin van Roubaix. Zeer gezien aan het brusselsche hof, diende hij na het einde van het Bestand tegen de Vereenigde Nederlanden en nam o.a. deel aan den krijgstocht in de Veluwe (1629), waarbij hij belast was met de verdediging van de brug over den IJsel; hij plunderde daarbij de Veluwe. Ook voerde hij het bevel op de spaansche vloot, die in Sept. 1631 Zeeland aanviel maar in het Slaak vernield werd (13 Sept.); hij ontkwam daar nauwelijks. Hij was ridder van het Gulden Vlies en markies van Monte Caballo. Zijn eenige zoon Johann Franz Deside-