[Hespe, Lucas]
HESPE (Lucas) volgens H.C. Rogge (Caspar Coolhaes I, 116) predikant te Schagen en in 1579 te Nieuwveen; volgens Veeris en de Pauw, Vernieuwt Kerkelijk Alphabeth 129 is de Lucas, die predikant te Schagen was, daar gestorven 1576. Hij kwam in elk geval te Leiden van een dorp (zie Reitsma en van Veen, Acta II, 188. Als predikant te Leiden was hij in twist met C. Coolhaes; Hespe wilde, ‘dat al degenen, die met hem ten tafel des Heeren zouden gaan, in alle stukken met hem eensgevoelend moesten zijn, of hij wilde het brood niet met hen breken, noch hen voor broeders houden’. Al verzette Coolhaes zich heftig tegen deze beschouwingen, hij kon en wilde toch van H. getuigen: ‘Hij schijnt een degelijk man te zijn en heeft goede gaven in het prediken; hij leert duidelijk en wel; ik zou hem altoos willen hooren’; en later: ‘Hij is een man die geen kwade gaven heeft om te prediken, zoo hij anders, van den Geest Gods gedreven zijnde, dezelve niet misbruikt’. Hij wist op 15 Maart 1580 zijn ontslag van den kerkeraad van Leiden te verkrijgen ‘wegens zijne kranke memorie’ en omdat het prediken van wege zijn ver gevorderden leeftijd moeilijk viel. Kort hierna werd hij predikant te Haarlem. Scheen hij het in het eerst beter met de noordhollandsche predikanten te kunnen vinden, dit belette niet dat hij in moeilijkheden met zijne gemeente en met de provinciale Synode van 1582 te Haarlem kwam. Het was omdat hij in oneenigheid leefde met zijne vrouw. Hoewel de gemeente verklaarde, ‘met syn gaven int predigen ende siecken besoeckinge soe wel tevreden te zijn, dat sy dit ongemack van syn huyshoudinge liever te dragen heeft, als dat sy hem soude gemissen’, werd hij
toch na vermaningen enz. voor 3 maanden uit zijn ambt ontzet.