[Hessen-cassel, Frederik landgraaf van]
HESSEN-CASSEL (Frederik landgraaf van), werd 11 Sept. 1747 geboren uit het huwelijk van landgraaf Frederik en van Maria, dochter van koning George II van Engeland; overl. 20 Mei 1837. In April 1768 werd hij generaal-majoor van de cavalerie, 24 Mei 1772 luitenant-generaal. Na het ontslag van den vorst van Nassau-Weilburg als gouverneur van Maastricht (12 Nov. 1784) werd hij door den Prins van Oranje benoemd tot gouverneur dier vesting. 15 December 1784 arriveerde hij aldaar en nam het commandement over van den generaal-majoor graaf van Welderen; 18 Dec. 1784 gaf hij aan de Staten-Generaal kennis, dat hij het commando overgenomen had. In de eerste jaren van zijn gouvernement besteedde hij veel zorg aan de proviandeering van de vesting; hij was daarna dikwerf afwezig, de graaf van Welderen verving hem dan. 2 December 1784 huwde hij met Carolina Polyxena, oudste dochter van Karl Wilhelm, regeerend vorst van Nassau Usingen (zie het art. in dit deel). Omtrent de betaling van zijne verschillende ambten vonden in de vergaderingen van de Staten-Generaal moeilijkheden plaats; hoofdzakelijk waren het de afgevaardigden van Friesland die hiertegen bezwaren maakten. Ten gevolge van de fransche revolutie kwamen veel emigranten naar Maastricht; naar aanleiding hiervan stelde Hessen-Cassel verschillende bepalingen vast omtrent de veiligheid en de approviandeering van de stad. Een fransch legerkorps te Visé onder generaal J.J. Eustache verzocht eind Nov. 1792 doortocht te Maastricht, hetgeen geweigerd werd; 1 Dec. d.a.v. ontving Hessen-Cassel het bezoek van den franschen generaal. Nadat 1 Febr. 1793 de Nationale Conventie den oorlog had verklaard aan de Republiek der Vereenigde Nederlanden, meldde Hessen-Cassel weldra den aanvang der vijandelijkheden; 6 Febr.
was Maastricht gehlokkeerd, den 21sten werden de loopgraven geopend, den 24sten eischte generaal Miranda de stad op; den 27sten werd de stad ten 2en male opgeëischt doch den 3en Maart was de vijand geretireerd. Hessen-Cassel kon het gedrag van het garnizoen niet genoeg ‘loueeren’. 1 Aug. 1794 vertrok hij met voorkennis van den Stadhouder naar Brussel ten einde zich naar de gecombineerde armée te begeven; 24 Aug. d.a.v. was hij weder te Maastricht terug. 22 Sept. 1794 werd de stad opnieuw geblokkeerd door de Franschen, 4 Nov. d.a.v. capituleerde Hessen-Cassel aan den generaal Kleber; den volgenden dag vertrok hij naar den Haag, waar hij zijn intrek nam in het stadhouderlijk kwartier. Omtrent de verdediging werd door de Staten een onderzoek ingesteld; 3 Dec. 1794 approbeerden H.H.M. ‘de goede conduite en het gedrag gedurende het beleg gehouden’.
Zie: Oertel, Genealogische Tafelen 25; Resolutien van de Staten-Generaal, 3, 21 Dec. 1784, 19 Oct. 1786, 28 Aug. 1787, 24 Nov. en 1, 3 Dec. 1792, 6, 7 Maart, 5, 26 Aug. 1793, 10 12 Nov. 4 December 1794; Raadsnotulen 16 Dec. 1784, 17 Juli en 11 Dec. 1786, 19 April 1790