armee, hoedanige betrekking hij reeds in het fransche leger bekleed had. 23 Dec. '96 en 5 April '97 van Verlem, 12 Mei en 9 Juni d.a.v. van Hespe werden bij het Prov. Bestuur van Holland verzoeken gelezen om het Comité van Justitie te Amsterdam aan te schrijven tot teruggaaf der in 1785 geconsigneerde gelden. 5 Juli werd, overeenkomstig een 30 Juni uitgebracht rapport besloten, het verzoek af te wijzen, omdat het vonnis in deze niet behoorde tot de na 15 Sept. 1787 uitgesprokene, maar bij het hof aan te dringen op advies over het 18 Mei '85 aan de Staten gepresenteerd rekest. Nogmaals werd in '98 eene poging door Hespe aangewend bij de Constitueerende Vergadering, die 10 April zijn verzoekschriften commissoriaalmaakte.
In 1798 drong hij te vergeefs aan op het onder zijne redactie uitgeven van een Staatscourant. Hij bleef in de politieke bladen schrijven, toenmaals in de Constitutioneele Oprechte Bataafsche Courant, de Constitutioneele Vlieg en de Poli tieke Blixem. In Januari 1802 werden op last van het Staatsbewind de 3 drukpersen van laatstgenoemd blad verzegeld en Hespe, door den uitgever van Tienen als schrijver van een aanstoot gevenden Droom genoemd, in den avond van den 19 op de Voorpoort gevangen gezet. 28 Mei werd deze door het hof van justitie veroordeeld tot 6 jaren verbanning buiten Holland en Westfriesland en in de kosten van het geding; hij verklaarde in hooger beroep te zullen gaan. Op voordracht van den Raad van Oorlog werd hem 17 Juni ook zijne militaire betrekking ontnomen. Verscheidene door hem tot het Staatsbewind gerichte verzoekschriften bleven zonder het gewenschte gevolg. Mede werd 10 Juni 1808 afgewezen zijn verzoek aan koning Lodewijk om aanstelling als procureur bij den gerechte van Amsterdam. In 1818 was hij daar advocaat bij de rechtbank van eersten aanleg.
H. is van zijne vrouw Christina Hoevenaar (met wie hij in 1784 te Utrecht was gehuwd), die in 1785 achttien jaren telde, gescheiden en in Juni 1796 te 's Gravenhage hertrouwd met Marie Joanna Anthonia Bullot, die vóór hem overleed, Amsterdam 6 Aug. 1817 (haar overlijdens-annonce teekent H. als Adt. Soll. bij het gouvernement). Christina hertrouwde 7 Mei '94 te Calais met den bekenden Quint Ondaatje, die 3 kinderen uit haar vorig huwelijk (een in Mei '85 geboren zoontje was bij den vader gebleven) aannam.
H.'s portret gegraveerd door Th. Koning werd 10 Mei '85 door den uitgever der Nederlandsche Courant, D. Schuurman aangekondigd. Een door J. van 't Hoff geteekend portret berust in 's Rijksprentenkabinet te Amsterdam en is gereproduceerd in het Amsterdamsche Jaarboekje 1903, 30.
H. maakte gebrekkige verzen; daarvan komen voor in Eerekrans op de hoofden der doorluchtige Staatsmannen (Dordr. 1782). 6 Aug. '81 had hij te Lingen een berijmden afscheids- en dankgroet voor ondervonden vriendschap gericht tot 8 dames en 10 heeren aldaar, waaronder 3 en 3 met den naam v.d. Marck. Voorts zag van hem het licht: Missive van den Burger J.C. Hespe, aan den Burger Maire C.W. Visser te Amsterdam. Uitgegeven door V. Laar Mahuet, de Erve Benjamins, drukkers van de Volks Societeit Felix Libertate te Amsterdam; Adres van J.C. Hespe Lid der Societeit: Felix Libertate aan de Repres' van Holland en Municip. van Amsteldam, tegens. de Gevoelens v.d. Vertegenwoordigers der Bat. Clubs of Grondvergaderingen van Amsteldam; J.C. Hespe, Aan het Volk van Holland, en bij-