[Groot, Jhr. Hugo Cornets de (2)]
GROOT (Jhr. Hugo Cornets de) (2), zoon van Adriaan David en Louise Catharina Johanna Hora Siccama, geb. te Groningen 17 Aug. 1798, overl. te 's Gravenhage 15 April 1847. Hij was bij de inlijving van Holland bij Frankrijk aspirant der marine te Brest en werd bij het herstel der onafhankelijkheid benoemd tot luitenant der inf. van het O.-I. leger. Hij vergezelde in 1816 zijn ouders naar Java, waarna hij in 1818 werd bevorderd tot 1en luitenant; het volgende jaar bij het binnenl. bestuur overgegaan zijnde, werd hij in 1820 benoemd tot secretaris bij de directie der houtbosschen en in 1825 tot assistent-resident van Amboina en daarna van Saparoea. In 1828 werd de Groot belast met de functiën van resident van Menado en in 1830 benoemd tot resident van Riouw. In die functie maakte hij zich bijzonder verdienstelijk door doeltreffende maatregelen tot beteugeling der zeerooverij in de indische wateren. In 1836 werd hij benoemd tot resident van Besoeki; hij keerde in 1841 naar Nederland terug, waarna hij door koning Willem III in den adelstand werd verheven.
Zie de levenschets in: Le Moniteur des Indes Orientales et Occidentales 1847-48, II, 3 vlg., waarvan een uitreksel in: Hand. en Geschriften Ind. Genootschap VII (1860) 304 vlg.
Muller