[Graf, Friedrich Hartmann]
GRAF (Friedrich Hartmann), geb. te Rudolstadt in 1727, kreeg muziekonderricht (viool, fluit en theorie) van zijn vader Johann, en in het paukenspel van Käsemann. Als paukenist kwam hij in dienst van een nederlandsch regiment en werd bij het beleg van Bergen-op-Zoom (1747) krijgsgevangen. In 1759 ging hij naar Hamburg, van 1769 tot 1772 was hij werkzaam als eerste fluitist in de stadhouderlijke kapel te 's Gravenhage onder directie van zijn broeder Christiaan Ernst Graaf (kol. 967), met wien hij 5 Jan. 1751 reeds samen gespeeld had op het St. Caeciliaconcert te Arnhem. In 1772 ging hij naar het buitenland, waar hij in verschillende muziekfuncties werkzaam was; hij overleed te Augsburg 19 Aug. 1795. In 1789 werd hem door de universiteit van Oxford de doctorstitel verleend. Documenteel of authentiek is mij bekend:
Trois concertos pour flute traversiere 121. Op. 4 (Amsterdam).
Zie: Staats Everts, St. Caecilia-concert 14; Mendel, Mus. Conversations-Lexicon IV, 325; Tijdsch. d. Ver. v. Noord. Ned. Muz. Gesch. VII (1904) 294; VII (1908) 275; Eitner, Quellen-Lexikon IV (1901) 328.
Enschedé