[Gogh, Matthias van]
GOGH (Matthias van), gest. 16 Juni 1738, is waarschijnlijk een zoon van den remonstrantschen predikant te Boskoop Cornelius van Gogh. In 1714 werd hij proponent bij de Remonstrantsche Broederschap. Hij legde zijn dienst neder wegens ziekelijkheid, ging daarna medicijnen studeeren, en werd med. doct. en geneesheer te Gouda. In 1729 werd hij weder beroepbaar gesteld door de Groote Vergadering. In 1731 werd hem de waarneming van den dienst te Moordrecht opgedragen, waar hij 1732 als vast predikant werd aangesteld en overleed. Hij had als geleerde een goeden naam. Hij bestreed het Deïsme gelijk dat door J.v.d. Veen werd voorgestaan. Daartoe schreef hij: De geopenbaarde godsdienst zonder bijgeloof in tegenstelling van zeker geschrift genaamd: de godsdienst zonder bijgeloof (Rott. 1756). Voorts gaf hij uit: Historie of tegenwoordige staat van alle volken door Th. Salmon, vertaald en merkelijk vermeerdert door M. van Gogh, (Amst. 1729-37).
Vgl: Rogge en Tideman, De Remonstrantsche Broederschap, Biograph. naamlijst; Ypey, Gesch van de Krist. Kerk in de 18e eeuw II, 14.
Groenewegen