dienst, in Friesland was gekomen. Reeds voor de friesche oorlogen was Fox al hier te lande opgetreden, met name in den gelderschen oorlog, deels onder Maximiliaan I zelf, deels onder hertog Albrecht, deels onder Frederik van IJselstein. Daar had zich omstreeks 1495 eene bende duitsche landsknechten gevormd, berucht onder den naam van de ‘Zwarte Wacht’, waarover Neithard Fox het bevel voerde. Doch niet alleen in het Geldersche, maar ook in het Sticht strekte hij zijne strooptochten uit, waar onlangs een nieuwe bisschop, Frederik van Baden, was opgetreden. Toen deze zich verbond met Karel van Gelre, werd de wacht wel verslagen, maar deze vond weer een veilig steunpunt in het pas door de keizerlijken veroverde en bevestigde Woerden. Voornamer was de rol door Fox in den frieschen oorlog gevoerd (zie het art. Albrecht v. Saksen kol. 62). Toen de Schieringers hertog Albrecht om hulp kwamen vragen, zond deze ‘jonker Fox’ met 800 manschappen naar Friesland (1495), die in dat gewest niet minder ruw te werk gingen dan hunne groningsche tegenstanders. De condottiere, die het vertrouwen genoot van hertog Albrecht welke vorst hem vroeger eens bevrijd had uit de gevangenschap van Willem van Gulik, wist zich dit opnieuw waardig te betoonen. Weldra onderwierp zich Westergoo aan Albrechts voorwaarden, doch terwijl diens plaatsvervanger Wilwolt van Schaumburg deze gouw organiseerde, zette Fox, naar zijne lichaamslengte ‘de groote kapitein’ genoemd, zijne verwoestingstochten voort aan de andere zijde van de Lauwers, waar hij van uit eene stelling bij het klooster Aduard de radelooze Groningers dwong tot eene afkoopsom van 32000 gulden. Toen daarop de meeste duitsche benden ontslagen werden voor den oorlog in Gelre, bleef hij met nog
geen 1000 man bij Schaumburg terug, om ook de Zevenwolders te bedwingen. Aarzelend deze in hunne sterke stelling bij Akkrum aan te vallen, trok hij terug op Sneek, van waar hij evenwel spoedig eene beweging maakte in de richting van Stavoren. In de nabijheid van die plaats vonden de troepen van Schaumburg en Fox de Friezen tegenover zich, die ondanks hunne tienvoudige overmacht werden verslagen. Wederom onderworpen, was nu ongeveer heel Friesland genoodzaakt den aanvoerders van Albrecht dezelfde gehoorzaamheid te betoonen als den gubernator zelf, die toen in Gelre streed. Namens hen werden 24 Sept. 1498 Fox met den graaf van Stolberg, Siegmund Pflug en den graaf van Schaumburg gemachtigd de hulde van Westergoo in ontvangst te nemen en 9 Oct. verscheen de ‘erchlistige oude vos’ zelf met enkelen hunner aan het hoofd eener krijgsbende in Franeker.
Met de Groningers was men echter nog niet klaar, die evenwel ook te rekenen hadden met den oostfrieschen graaf Edzard, Albrechts bondgenoot. Om dezen nu bij te staan, die den strijd al heropend had, zond Schaumburg jonker Fox met nog geen 400 man en 3 stukken geschut (19 Juli 1499). Opziende tegen de bezwaren van een reis over zee, waar hij zich niet thuis voelde, had de kapitein slechts den langeren landweg over Drente te kiezen om 's graven hoofdkwartier in den Dam te bereiken. Den 22en Juli (Maria Magdalenadag) kwam Fox met de schemering te Kropswolde aan en trok van daar op Kolham. Onverhoeds trokken de Groningers met overmacht tegen hem op en de Saksers hielden stand totdat Fox, die den strijd met zijne kleine macht had kunnen ontwijken, zoo hij gewild had, met