[Feye, Henricus Joannes]
FEYE (Henricus Joannes), geb. 19 Nov. 1820 te Amsterdam, gest. 24 Mei 1894 te Leuven. Hij werd na zijne lagere studiën aan het klein-seminarie Hageveld (bij Velzen) te hebben volbracht, 1 Oct. 1839 theologant te Warmond. Echter bracht hij den vierjarigen cursus aldaar niet ten einde maar ging in den aanvang van 1842 naar Rome om er zijn theologische studiën voort te zetten en op verlangen van president Chédeville zich daar vooral in het kerkelijk recht te bekwamen. F. volgde in Rome de lessen van het Collegium Gregorianum en van de Sapienza en werd in 1844 aan laatstgenoemde hoogeschool tot dr. in de theologie gepromoveerd. Reeds was hij 23 Sept. 1843 in St. Jan van Lateranen tot priester gewijd. Een oogenblik is er spraak van geweest, dat hij missionnaris in Oost-Indië zou worden; de apostolische vicaris, Mgr. Jacobus Grooff, had hem te Rome voor dit plan gewonnen. De ziekte zijner moeder belette hem zich te gelijk met dezen bisschop in te schepen en weldra zal hij begrepen hebben dat zijn roeping elders lag. In 1844 vertrok hij naar Leuven, waar in 1847 door hem een tweede doctoraat, nu in het kerkelijk recht, werd verkregen. Zijn proefschrift was gewijd aan de gemengde huwelijken, dat in 1885 een derden druk beleefde. Naar het vaderland teruggekeerd, verkreeg hij den leerstoel van het kerkelijk recht aan het seminarie te Warmond en heeft daar van 1848-1850 gedoceerd. In die beide jaren was hij een trouw medewerker aan De Katholiek en bleef ook later groote belangstelling in dat tijdschrift toonen; zoo verscheen daar in 1853 een studie van zijn hand over de beteekenis en het nut der parochiën, een arbeid op verzoek van Mgr. van Vree ondernomen, en nog in 1892 schreef hij bij het vijftigjarig jubilé van het
tijdschrift een Open brief aan de redactie, waarin de oudste lotgevallen van De Katholiek werden besproken. In 1852 stierf zijn vroegere leermeester te Leuven, prof. Marianus Verhoeven, geboortig uit Uden. Op diens aanbeveling werd F. van Warmond naar Leuven beroepen, waar hij 36 jaren lang het kerkelijk recht heeft gedoceerd. Het belangrijkste werk, dat hij te Leuven schreef, handelt over de huwelijksbeletselen en de manier om deze op te heffen; nog in 1893 bezorgde hij een vierden druk daarvan. Toen Pius IX in 1867 maatregelen nam ter voorbereiding van het algemeen Concilie, riep hij 28 Nov. van dat jaar F. als consultor naar Rome; 5 Maart 1868 werd deze bovendien tot secretaris gekozen van de commissie, welke hervormingsplannen van de kerkelijke tucht moest beramen. Door schorsing van het concilie in 1870 bleef de uitvoering dezer plannen achterwege; om zijn verdiensten werd F. eenige jaren later tot huisprelaat benoemd. In 1886 vroeg hij ontslag als hoogleeraar en bleef te Leuven wonen; meer dan vroeger konden de laatste acht jaren van zijn leven besteed worden aan allerlei vriendendiensten en aan de zielezorg, want F. bezat een hartelijke inborst en was steeds een innig godvruchtig man.
Werken: Dissertatio de matrimoniis mixtis ('s Hertogenbosch 1885); De nuptiarum benedictione (Amstel. 1848); De Francisci Zypaei vita et scriptis (Lovanii 1852); De impedimentis et dispensationibus matrimonialibus (Lovanii 1893); artikelen in De Katholiek (zie: Alphabetische registers, 260); artikelen in de Revue catholique (zie: Annuaire de l'université catholique de Louvain 1895, lxv).
Zie: De Katholiek 1848, II, 199; 1892, I, 50; Annuaire de l'université de catholique Louvain 1851, 198; 1895, xlix.
Hensen