op de franeker academie-bibliotheek, dank zij Gedeputeerden Staten, eene waardige plaats. Mogen misschien door de schuld van Blancardus eenigen daarvan zijn zoek geraakt, eene vergelijking van de lijst bij Curiander met de opgaven in Amersfoordts Catalogus (1842) 4, 186-193 gaf aan Boeles de overtuiging dat nagenoeg alle Hss. van Drusius in de bibliotheek zijn bewaard gebleven. En welk een uitgebreide correspondentie heeft hij niet met binnen- en buitenlandsche geleerden onderhouden I De 2300 latijnsche brieven van ongeveer 150 verschillende wetenschappelijke mannen getuigen dit, om niet te gewagen van die in andere talen.
Zijn werken zijn uitgegeven o.d.t. Joh. Drusii, Opera theologica, exegetica etc. (Arnh. et Amst. 1622-1636, 10 deelen).
Zijn in 1604 geschilderd portret is op het stadhuis te Franeker. Gegraveerd komt het voor in de Alma Acad. Leidensis.
Zie: W.B.S. Boeles, Frieslands Hoogeschool II, 46-52; H.C. Rogge, Joh. Wtenbogaert (Amst. 1874) I, 189-194; II, 158; J. Reitsma, Honderd jaren uit de Gesch. der Herv. in Friesland (Leeuw. 1876) 223, 227, 321, 333, 365-368, 380; dezelfde, Gesch. der Herv. Kerk (Gron. 1899) 170 v.; W.R. (Poolman), Joh. Drusius in Kerkhist. Jaarboekje 1865, 165-203; Werken Marnix-Vereen., serie III, dl. IV, 233, 235, 257, 262, 264; G. Tjalma, Phil. Marnix van St. Ald., (Amst. 1896) 280, 292, 298, 301; F.S. Knipscheer, Invoering en waard. der Geref. belijdenisschr. vóór 1618 (Leiden 1907) 181; J.H. Maronier, Jacobus Arminius (Amst. 1905); J. Reitsma, Franc. Junius (Gron. 1864) 96, 104; H.E. van der Tuuk, Joh. Bogerman (Gron. 1868) 15, 124, 303; A. Kuyper Jr., Joh. Maccovius (Leid. 1899), 36; E.J.W. Posthumus Meyjes, Jac. Revius (Amst. 1895) 18 v.; Reitsma en van Veen, Acta III, 23, 45; Arch. v. Kerkgesch. 1844, 195, 319, 328; 1847, 350; VII (1899) 74; J. Hania, Wernerus Helmichius (Utr. 1895) 283 v.; B. Glasius, Godgeleerd Nederland I, 391-395; G. Brandt, Hist. der Ref. (Amst. 1674) II, 7, 323 v.v.
Knipscheer