[Delft, Dirk van]
DELFT (Dirk van), dominicaan. Hij was lid van het utrechtsche klooster en studeerde op kosten van graaf Albrecht van Beieren te Keulen, waar hij den titel van ‘meester in der Godheyt’ behaalde. Later was hij professor en regent aan de universiteit te Erfurt. Daar hij den Graaf goede diensten had bewezen en onder de onderdanen van het graaflijk bestuur de eenige doctor in de godgeleerdheid was - zoo leest men in den aanstellingsbrief - werd hij 17 Dec. 1399 tot 's graven familiaris en hofprediker benoemd. Vermoedelijk was aan zijn invloed bij het graaflijk hof de stichting toe te schrijven van het dominicanenklooster te 's Gravenhage ten jare 1403. Op verlangen en ten behoeve van Albrecht schreef hij in 1404 de Tafel vanden Kersten ghelove, een catechetisch werk, dat in de middeleeuwen zeer geliefd was.
Zie: W. Moll, Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de Hervorming II: ii, 304, 382; A.J.J. Hoogland, de Dominicanen te Utrecht in Archief v.h. Aartsb. v. Utrecht VIII (1880) 199; C.G.N. de Vooys, Iets over Dirc van Delft en zijn Tafel vanden kersten ghelove in Tijdschrift voor Nederl. Taal- en Letterk. XXII, 1.
G.A. Meijer