[Cuylenburg, Cornelis van]
CUYLENBURG (Cornelis van), vermoedelijk zoon van den utrechtschen beeldhouwer van dien naam, en ald. in 1754 geboren, overl. te 's Gravenhage op het einde van 1824. Hij komt in 1783 voor onder de leden van het utrechtsche Sint Lucasgilde, als directeur en kunstschilder. Reeds in 1799 moet hij in den Haag gevestigd zijn geweest, want hij restaureerde er toen verscheidene doeken voor de nieuw op te richten Nationale Kunstgalerij, terwijl hij in 1806 decoratieve werken uitvoerde in het Huis in 't Bosch, dat bestemd was als verblijfplaats voor den raadpensionaris. Op vele tentoonstellingen waren zijne werken aanwezig. Hij woonde tijdelijk te Antwerpen en was lid van de koninklijke academie van beeldende kunsten te Amsterdam. Onder zijn etsen is ook een zelfportret van 1815.
Zijn zoon Jacob Eliza van Cuylenburg, was een verdienstelijk dilettantschilder, en overleed te 's Gravenhage in 1841 in den ouderdom van 44 jaren.
van Biema