ijverig, godvruchtig en onvermoeid leeraar onder de waterlandsche doopsgezinden, die toen nog in Amsterdam hunne afzonderlijke vergaderingen hielden. Zijn portret is door F. van den Hoove gegraveerd naar een teekening van Corn. Visscher.
Zie: Scultetus, Armamentarium chirurgicum (Amst. 1741) 688; Schijn-Maatschoen, Uitvoerige verhandeling van de geschiedenisse der Mennoniten III (Amst. 1744) 289; Blaupot ten Cate, Gesch. Doopsg. in Holland I, 282.
A. Geyl