Hier nam hij de studie weder op, na 10 Mei 1659 als jur. lic. weder te zijn ingeschreven, maar blijkbaar zonder veel gevolg, want eerst 16 Febr. 1667 verwierf hij zich eershalve den doctorstitel in de rechten. Te Leiden bekleedde hij de waardigheid van regent van het St. Elizabeth gasthuis (1662), weesmeester (1663-1668) en kerkmeester (1669-1671) en van 27 Febr. 1670 tot zijn dood die van schepen, na slechts eenige weken het daaraanvoorafgaande ambt van veertig te hebben waargenomen. Het meest bekend is zijn reis als gezant der O.I. compagnie naar Perzië (15 Sept. 1651 - 12 Nov. 1652), waarvan het journaal is gehouden door Cornelis Speel man, als secretaris aan het gezantschap toe gevoegd. Zijne vrouw Sara Calendrinl schonk hem 9 kinderen. Zijn in 1663 door J. Mytens en een ander door K. de Moor geschilderd portret zijn in het bezit van zijn familie. In 1669 heeft A. van den Tempel hem geschilderd op een regentenstuk van het Heilige Geesthuis, in de Lakenhal te Leiden.
Zie: Speelman, Journaal der reis van den gezant der O.I. Comp. Joan Cunaeus uitg. d. A. Hotz (Werken Hist. Gen., 3o. serie, 26, (1908) met uitvoerige inleiding; E.W. Moes, Iconographia Batava 1856.
van Kuyk