[Colvius, Nikolaas]
COLVIUS (Nikolaas), geb. te Dordrecht 9 Febr. 1634, gest. te Amsterdam 17 Nov. 1717, zoon van den voorg. In het leidsche Album Studiosorum staat kol. 398 op het jaar 1649 ingeschreven: Nicolaas Colvius Dordracenus, 20 P. ls dit onze Nikolaas, dan zou hij 1629, dus vóór het huwelijk zijner ouders geboren zijn, waarvan overigens niets verluidt. De opgaven van den leeftijd der studenten in het album zijn echter ıang niet altijd te vertrouwen. In deze chronologische moeielijkheid geeft ook Balen, Beschr. van Dordr. 194, 225, 1088 geen licht. 13 Juni 1655 werd Nikolaas als predikant der waalsche gemeente van Dordrecht bevestigd door Ch. de Rochefort van Rotterdam, aldus de ambtgenoot wordend zijns vaders. Reeds het volgend jaar echter vertrok hij naar Amsterdam, waar hij de gemeente diende tot 1711. Hij was gehuwd eerst met Catharina Marijn, bij wie hij twee dochters had: Anna en Catharina; daarna met Cornelia de la Fontaine, die hem twee zoons, Nikolaas en Andries en ééne dochter, Kornelia, schonk. Henricus Nikolaasz. Colvius, die in 1641 van Ridderkerk naar Zwijndrecht kwam en daar 1652 overleed was de broeder zijns vaders. Theodoor Colvius, pred. te Zwijndrecht 1652-1655, Hulst 1655-1670, Maastricht 1670-1674, Gouda 1674-1680, Dordrecht 1680, waar hij 1687 stierf, was diens zoon.
Nikolaas Colvius schreef met Louis Wolzogen en Jean Prévost: La discipline du synode des Englises wallonnes des provinces unies des Pays-Bas (Amst. 1691); gedrukt is ook zijne preek over ps. 73: 25, uitgesproken bij zijn 50-jarig jubileum te Amsterdam 20-22 Augustus 1706. Zijn door B. Vaillant geschilderd portret is gegraveerd door J. Gole.
Zie Balen, Dordrecht, 1088 vlg.; N. Kerk. Handb. 1907, Bijl. 170, 116, 112; 1909, Bijl. 134; van Langeraad en de Bie, Het Prot. vaderl. II, 183 vlg.
Knappert