[Cochius, Franciscus Jacobus]
COCHIUS (Franciscus Jacobus), gest. 1669, was eenige jaren rector aan het gymnasium te Harderwijk; later werd hem aan de hoogeschool aldaar het professoraat opgedragen in de praktische wijsbegeerte en welsprekendheid. Deze beide betrekkingen bekleedde hij tot in het jaar 1647, toen hij het rectoraat neerlegde en, in Deusings plaats, hoogleeraar in de geneeskunde werd. Tegelijk was hij ook stadsarts. Zijn buitengewoon professoraat behield hij evenals het gewone in de practische wijsbegeerte 6 jaren lang. Vermoedelijk wilde men den beroemden Schmitz zoo lang mogelijk behouden; ten minste na diens dood, 31 Mei 1654, werd Cochius gewoon hoogleeraar in de geneeskunde, naar het schijnt op aanbeveling van den senaat, waarvan hij driemaal in 1656, 1660 en 1664 rector werd. Hij is aan een chronisch lijden, dat hem misschien verhinderd heeft iets te schrijven, bezweken.
Hij was gehuwd met Gertruydt van Hoeckelum.
Zie: Bouman, Gesch. Geldersche hoogeschool 1, 92, 155.
A. Geyl