[Cloppenburg, Ruardus]
CLOPPENBURG (Ruardus), geb. 1702, gest. 1751, een slecht befaamd predikant aan de Kaap de Goede Hoop. Eerst student te Leiden (9
Nov. 1720 ingeschreven) werd hij 12 Sept. 1728 predikant te Meerkerk. Het lange verblijf aldaar, de dood zijner vrouw Jacoba Sijmons, het tweede zeer ongelukkige huwelijk door hem nog te Meerkerk aangegaan, hebben hem er zeker toe gebracht elders zijn geluk te beproeven. 7 Juni 1745 preekte hij afscheid, ging naar Z.-Afrika, werd 28 Juli 1746 aangesteld en deed 7 Augustus intrede als predikant aan de Kaap. Het volgend jaar vinden wij hem praeses van de kaapsche classis (brief van 10 Maart), maar daarna beginnen de klachten over zijn ergerlijk gedrag, waarover de kerkeraad buitengewoon 19 April 1748 vergaderde en 12 Juli van dat jaar bericht zond naar de broeders te Amsterdam. De beschuldigde, tot schorsing voorgedragen, verdedigde zich in een uitvoerig stuk: levendige schildering van een ellendig huwelijk, met dronkenschap en mishandeling, vloeken en lasteren, scheiding eindelijk. Daar de vrouw reeds te Meerkerk aan den drank was, onbeschaafd en ‘canaljeuse Haarlemmerdijkstael’ uitslaand, lag de schuld zeker ook aan haar, terwijl haar humeur nog geprikkeld werd door de niet menschkundige gewoonte haars echtgenoots, om haar te herinneren aan het voorbeeld van ‘mijne seer geliefde, godvrugtige, nu salige huysvrouw Jacoba Symons.’ Spoedig heeft de dood verlossing ge-