[Campen, Jacob van (2)]
CAMPEN (Jacob van) (2), schilder en bouwmeester, geb. te Haarlem 2 Feb. 1595, gedoopt in de Groote Kerk aldaar 6 Juli 1595, overl. 13 Sep. 1657 op Randenbroek bij Amersfoort. Hij was de zoon van Pieter van Campen Jacobsz., die te Amsterdam 4 Nov. 1594 met Gerritje Claes Berendsdochter van Haarlem in ondertrouw werd opgenomen. Reeds in 1614 werd van Campen als schilder lid van het St. Lucasgild te Haarlem. Waarschijnlijk tusschen 1615 en 1621 bezocht de jeugdige schilder Italië, waar hij ook de bouwkunst bestudeerde. In het bijzonder door de bouwwerken van Andrea Palladio en van diens leerling Vincenzo Scamozzi, die voornamelijk te Vicenza en te Venetië werkzaam waren, voelde van Campen zich aangetrokken.
In 1621 noemt Samuel Ampzing, als hij een tweeden druk van zijn Lof van Haerlem uitgeeft, van Campen onder de vermaarde schilders, die toen in de Spaarnestad woonden. Tot 1633 bleef van Campen te Haarlem gevestigd. Later vertoefde hij meest op het huis Randenbroek bij Amersfoort, een adellijk goed, dat aan zijn moeder behoord had en waarmede hij in 1626 beleend is. Hij stierf ongehuwd en werd in de St. Joriskerk te Amersfoort begraven. Tegen den muur boven het graf liet Geertruid van Campen, Jacobs zuster, die met Jan Heereman te Leiden getrouwd was, een gedenkteeken plaatsen, dat treurende kinderen voorstelt en misschien door Rombout Verhulst in marmer gebeiteld is. Onder dit gedenkteeken werd het vers van Vondel geplaatst:
d' Aertsbouheer uit den stam
Van Kampen rust hier onder,
Die 't Raedhuis t' Amsterdam
Geboud heeft, 't achtste wonder.
Het gedenkteeken is 4 Mrt. 1658 onthuld.
Slechts enkele schilderijen van Jacob van Campen zijn bewaard gebleven, die men op het stadhuis te Amersfoort vindt. Zij stellen voor den stadstimmerman Lenaert Nicasius, die 7 Febr. 1651 den brand, door het inslaan van den bliksem in den toren te Amersfoort ontstaan, bluschte, en het Laatste Oordeel. Het tweede stuk werd door van Campen voor het St. Pieters en Bloklandsgasthuis te Amersfoort geschilderd. De meester heeft ook de ontwerpen voor de schilderijen gemaakt, waarmede de Oranje-zaal van het Huis ten Bosch bij 's Gravenhage prijkt. Deze ontwerpen, die de verheerlijking van Frederik Hendrik tot onderwerp hebben, zijn door vlaamsche en hollandsche schilders onder van Campen's leiding, deels ook met zijn medewerking, uitgevoerd. Van Campen schilderde ook een portret van Laurens Janszoon Coster, dat door Jan van der Velde in 1628 gegraveerd is.
Als bouwmeester heeft van Campen zich uitsluitend bediend van den aan de antieke gebouwen ontleenden stijl, die door Palladio en Scamozzi in zwang was gebracht. De uitvoering zijner ontwerpen liet hij aan anderen over. Zijn voornaamste helpers waren Pieter Post, Arent van 's Gravesande, Bartholomeus Drijflhout, Willem de Keyser, Daniël Stalpaert en Jacob Vennecool. Eenige dezer uitvoerders zijn later ten onrechte als de ontwerpers aangezien van wat inderdaad, zooals Huygens zegt: ‘Uyt den rederijcken sinn van Campen was geboren’.
Het eerste ontwerp van Jacob van Campen