[Bull, Abraham Johannes de]
BULL (Abraham Johannes de), geb. 11 Dec. 1823 te Amsterdam, overl. te Baarn 24 Sept. 1888, journalist, schreef verzen en novellen, was rederijker, bijzonder bevriend met Jacob van Lennep, en ging uit den handel, waarvoor hij opleiding genoot, over naar de journalistiek door de aanvaarding eener plaatsing bij de redactie van de toen nog aan de gemeente Amsterdam toebehoorende Amsterdamsche Courant (zie W.P. Sautyn Kluit in Nijhoff's Bijdragen N.R., V, 209). In November 1852 besloot de gemeenteraad de courant, die verlies opleverde, van de hand te doen en koos uit de sollicitanten die om erlanging van het recht van uitgifte hadden gevraagd, de Bull en J. van Tonga. De courant bleef officieel orgaan, waarvoor retributie werd betaald. In 1879 droeg de Bull het hoofdredacteurschap over aan F.C. de Brieder.
De Bull wiens Beeld der toekomst, Romantische Gedichten, de val van Jeruzalem (treurspel met J. van Lennep), Verspreide gedichten, met het algemeen bekende gedicht ‘de ledige stoel’, Novellen, Binnenhuisjes enz., alle verschenen in de periode 1849-1863, nog al opgang maakten, vond later nog een werkkring door Funke Sr. van het Nieuws van den Dag, die voor hem aan zijn blad de betrekking van oppercorrector schiep, hetgeen de Bull eens deed zeggen: ‘ik had nooit gedacht dat ik mijn leven in het Huis van Correctie zou eindigen’. Zijn door W.F. Wehmeyer naar een teekening van J.H. Neuman gegraveerd portret is verschenen in Aurora van 1852.
Zie: A.J.N. van Hall in de Gids 1888, IV, 175; M.C. Rogge in Levensber Letterk. 1889, 292; Nederl. Spectator 1888, 317.
Calisch