jaren was behulpzaam geweest bij de moeilijkheden voortgesproten uit het inbeslagnemen der goederen van Zande door den Prins van Oranje. Hierom dan ook verbleef hij vanaf 1649 bijna voortdurend te 's Gravenhage, waar hij tevens kapelaan was van den spaanschen gezant en, door den vicaris apostolicus J. de la Torre erkend, menigen dienst bewees aan de haagsche katholieken. Men treft hem nog aldaar aan in 1655-1658. Sinds 1652 was hij notaris apostolicus, in 1663 verkreeg hij van den abt-generaal Cl. Vaussin den titel van prior van Klaarkamp in Friesland. Gekozen en benoemd tot abt zijner abdij, geïnstalleerd 22 Sept. 1667, regeerde hij 10½ jaar. In 1672 werd hij aangesteld als vicaris-generaal zijner orde in België. Zijn geschilderd portret als abt wordt nog bewaard in de voormalige abdij, thans seminarie, te Brugge.
Zie: Gallia Christiana nov. V, 295; Cronica et cartularium monast. de Dunis (Brug. 1864) 101, 106; N. van Hove, Het leven van den S. Idesbaldus (Brugge 1751), 255-256; Archief Aartsb. Utrecht XI, 101; F.v.d. Putte, Chronique et cartulaire de l'abbaye de Groeninghe (Brug. 1872) LXXV, 119-120; Registr. omnium religiosorum monast. Dunen. 104-106, 243 (H.S., Arch. Seminarie te Brugge).
Fruytier