[Brugsma, Berend]
BRUGSMA (Berend), zeer verdienstelijk onderwijs- en opvoedkundige, 16 Sept. 1797 te Gron. geb. en ald. overl. 8 Sept. 1868. Vroeg wees geworden en reeds als knaap blijk gevend van bijzonderen aanleg en lust voor 't onderwijs, werd hij door den groningschen schoolopziener prof. van Swinderen ondersteund en voortgeholpen. Na vlug de vereischte akten voor den 4den en den 3den onderwijzeisrang te hebben behaald, werd B. hoofd eener school, eerst te Euvelgunne, toen te Groningen, waar hij weldra na den 2en ook den 1en rang behaalde. Naar de wet van 1806 was deze laatste de hoogste onderscheiding in de toenmalige onderwijzerswereld; bij de wet van 1857 werd hij afgeschaft. In 1851 zag Brugsma zich tot schoolopziener in de stad zijner inwoning benoemd en bij de oprichting eener rijkskweekschool te Groningen in 1861 werd hij tot directeur daarvan aangesteld. Tal van kweekelingen hebben hier van hem hun opleiding ontvangen en groot is de invloed, door hun toedoen van ‘vader Brugsma’ en zijne kweekschool uitgegaan. Als directeur en schoolopziener beide was hij door zijn groote kennis, zijn rijpe ervaring en zijn innemende persoonlijkheid een voortreffelijk vriend der onderwijzers. Den ‘Pestalozzi van Nederland’ noemden zijn vereerders hem. Van 's mans geschriften zijn 't belangrijkst: Kort overzicht van de opvoeding door het onderwijs in de lagere scholen (1835, 8ste dr. 1868); Opmerkingen en wenken betreffende onderwijs en tucht (1847); Schetsen uit het natuurleven. Naar het duitsch (1848, 5de dr. 1865); en een Handleiding bij 40 platen voor het Aanschouwingsonderwijs (1839, 5de dr. 1868; in 1850 ook in 't duitsch vertaald). Verder schreef B. een aantal handleidingen voor verschillende vakken van
onderwijs, vooral voor aardrijkskunde en ned. taal, verslagen