Gronsveld tot souvereine landen verhief en hem en zijne nakomelingschap de waardigheden en voorrechten verleende, die hem moesten gelijk stellen met de andere vrije baronnen van het duitsche rijk; uit dankbaarheid toonde zich de heer van Gronsveld als een der vurigste strijders voor het huis van Oostenrijk in zijn aanspraken op Gelderland tegen Karel van Egmont. Ook in den strijd tusschen Gelderland en Kleef koos hij partij voor den kleefschen hertog Jan II en stelde in 1504 zijn kasteel van Rimburg ter beschikking van dezen; van daar uit vertrokken de plunderaars die Echt en Nieuwstad afbrandden. Dirk was ook drossaard van het land van Kleef en raad van den hertog. Van zijne vrouw Gertrudis, dochter van Dirk van Wijlich, heer van Diesvort en Elisabeth van Bijlant - Darenburg, had hij twee zonen, Jan I (kol. 476) en Dirk, heer van Hoenepel, die Elisabeth Gertrudis, gravin van Limburg - Stirum, huwde.
Flament