[Bosch, Engelbertus Batavus van den]
BOSCH (Engelbertus Batavus van den), zoon van Reijer v.d.B. en Cornelia Maria Kellerman, geb. 15 Sept. 1789 te Brussel, ongehuwd overl. 11 Febr. 1851 te Buitenzorg. Hij trad in 1803 als cadet in 's lands zeedienst, doorliep verschillende rangen en zag zich in 1825 bevorderd tot kapitein-luitenant. In 1829 teruggekeerd van een westindische reis met het fregat ‘Proserpina’, werd hij benoemd tot adjudant van prins Frederik der Nederlanden, den admiraal der vloot, en in 1833 aangesteld tot kapitein ter zee. Van 1840-41 vervulde hij de betrekking van directeur voor de zaken der marine, werd in 1844 bevorderd tot schout bij nacht, terwijl hij het volgende jaar het bevel kreeg over de zeemacht in Ned.-Indië en een werkzaam aandeel nam in de krijgsverrichtingen tegen Bali in 1846. In 1848 keerde v.d.B. naar Nederland terug, werd tijdelijk minister van marine, en in 1849 gedurende eenige maanden van koloniën. In datzelfde jaar werd hij vice-admiraal en opnieuw benoemd tot bevelhebber van de zeemacht in Indië. Hij kwam in Mei 1850 te Batavia, en overleed aldaar na slechts weinige maanden. 23 Sept. 1854 werd ter eere zijner nagedachtenis een gedenkteeken onthuld, geplaatst op het marine-etablissement te Soerabaja.
Zie: Handel. en Geschriften Ind. Gen. III (1856) 355.
Muller