[Borne, Gozewijn II van]
BORNE (Gozewijn II van), zoon van Otto, die volgt, volgde zijn vader op en verkocht in 1231 de tienden van Blerik en Horst aan het door zijne ouders gestichte klooster Ophoven, terwijl hij zijn eigen goed Born aan den graaf van Loon als leen opdroeg. De abdij Averbode verzette zich hiertegen, maar Gozewijn en zijne vrouw Ymaine verklaarden, dat de gift van 1219 (zie het volg. art.) tegen hun wil was geschied; in 1238 besloten de twee kloosters de tienden te verdeelen en den twist aldus bij te leggen. Gozewijn II werd in 1234 vazal van Gelre voor het goed Born en komt geregeld in de omgeving van graaf Otto II van Gelre voor. Zijn sterfjaar is onbekend; zijn zoon Gozewijn III, zijn opvolger, streed dapper mede in den slag van Woeringen (1288), waar hij zwaar gewond werd en twee zoons aan zijn zijde zag sneuvelen. Hij leefde nog in 1306 en liet twee zoons na, Otto en Willem (1311 kanunnik van St. Servaas te Maastricht), welke echter zonder kinderen overleden moeten zijn, daar hun zuster, gehuwd met Arnold, heer van Stein, in 1320 Born aan Jan van Valkenburg, heer van Ravestein verkocht, in welk geslacht dit goed bleef.
Obreen