vertrok. Hij inaugureerde 21 Juni 1779. Tegelijk werd hij regent van het Statencollege en ook het houden van enkele preekbeurten werd hem opgedragen. Maar het jaar 1795 zag ook hem als slachtoffer der partijschap. 21 Februari werd Boers met A. Kluit en F.W. Pestel, oranjegezind als hij, afgezet, 14 Maart d.a.v. ontsloegen de Provisioneele Representanten des volks van Holland hem als regent, terwijl de leidsche vroedschap, de maat volmetend, hem het prediken verbood. Echter werd hij 6 Februari 1802 aan zijnen arbeid teruggeven tot het jaar zijns doods. Hij had een langdurig ziekbed. Gulhartig, warm vriend, rijk en weldadig, de oude en moderne talen voortreffelijk meester, geleerd en goed docent, heeft Boers met eere
zijn ambt vervuld. Hij was een uiterst ordelijk man, zoodat hij nooit met zoeken naar zijne boeken den tijd verspilde.
Boers was gehuwd eerst met Lucia Ameshoff, 1769-1801, die hem zes kinderen schonk, van wie hem slechts één overleefde, daarna, in 1803, met Petronella Louise Brugmans, de dochter van den groninger hoogleeraar. Hij schreef:
Dissertatio inauguralis exhibens specimen Observationum ad nuperam N.T. versionem Brittannicam conscriptam ab E. Harwood (1768); Verklaring overde gelijkenis van den verloren zoon (Utr. 1777); Oratio de difficultatibus quae disciplinae theologicae professionem premunt et de potissimis, quae illarum mitigationi inserviant, levamentis (Leiden 1779); Leerredenen over Jacobs droom en worsteling (Leiden 1797) en over Hebr. XII, 25-29 (Leiden 1798); Oratio de religione praeclaro sanitatis praesidio (1784 bij de nederlegging van het rectoraat); Handboek voor jonge predikanten (Leiden 1807); ‘zedig en vroom spreekt Boers (in dit boek) tot het nog levend geslacht’. P. de Mare heeft zijn portret gegraveerd naar een schilderij van van der Puyl.
Zie: J.W. te Water in Hand. Letterk. 1814, 12-23; M. Siegenbeek, Gesch. Leidsche Hoogesch. II, T. en B. 224; Alg. Konst- en Letterb. 1799, I, 75; C. Sepp, Proeve eener pragm. gesch. d. theolog.3 (1869) 125; Visscher en van Langeraad, Prot. Vad. i.v.
Knappert